Europese Commissie verduidelijkt rol in hervorming verpleegkundige opleidingen
In het debat over de hervorming van de HBO5-opleiding verpleegkunde in Vlaanderen wordt vaak verwezen naar de Europese Unie. Zo zou de hervorming naar een nieuw profiel van basisverpleegkundige noodzakelijk geweest zijn “omwille van Europa” en zouden er “geen alternatieven” zijn geweest.
Om klaarheid te scheppen, nam BFHBOV rechtstreeks contact op met de Europese Commissie. Wij stelden expliciet de vraag: wat zijn de Europese vereisten rond verpleegkundige opleidingen, en welke speelruimte hebben de lidstaten zoals België?
We ontvingen een officieel antwoord van Martin Le Vrang, waarnemend afdelingshoofd bij het directoraat-generaal voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie. BFHBOV publiceert deze reactie integraal en voegt eronder een objectieve analyse toe.
Officieel antwoord van de Europese Commissie (volledige tekst)
Geachte,
Hartelijk dank voor uw bericht dat u aan voorzitter Von der Leyen heeft gericht betreffende de erkenning van de HBO5-verpleegkundige opleiding in België. De voorzitter heeft mij gevraagd om u namens haar te antwoorden in mijn hoedanigheid van directeur-generaal voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie, bevoegd voor de erkenning van beroepskwalificaties.
Ik heb uw bericht en uw toelichting over de hervorming van de HBO5-verpleegkundige opleiding en de problemen die dit voor studenten heeft veroorzaakt met grote aandacht gelezen. Verpleegkundigen vormen de ruggengraat van onze gezondheidszorgstelsels en spelen een cruciale rol om ervoor te zorgen dat patiënten op het juiste moment hoogwaardige en professionele zorg ontvangen. Het spijt mij te vernemen van de problemen en bezorgdheden die u in uw bericht heeft geschetst.
Met betrekking tot de regulering van de verschillende verpleegkundige beroepen wil ik u allereerst uitleggen dat het in principe aan de lidstaten is om te beslissen over de inhoud van het onderwijs en de organisatie van hun onderwijs- en opleidingsstelsels, overeenkomstig de artikelen 165 en 166 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit betekent dat het België is dat beslist welke verpleegkundige opleidingen op zijn grondgebied worden aangeboden en wat de inhoud van deze opleidingen is. De Europese Commissie kan dan ook niet tussenkomen in de organisatie van de verpleegkundige opleidingen in België, en dit onderwerp kan het best aan de Belgische autoriteiten worden voorgelegd.
Er is één uitzondering, namelijk voor het beroep van verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg. Hiervoor zijn de lidstaten op EU-niveau minimale opleidingsvereisten overeengekomen. Deze zijn vastgelegd in Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en omvatten een minimale opleidingsduur, minimale vaardigheden, kennis en competenties, evenals een minimumlijst van opleidingsonderwerpen die een verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg moet verwerven. Richtlijn 2005/36/EG vergemakkelijkt de grensoverschrijdende erkenning van beroepskwalificaties die in een lidstaat zijn behaald, voor toegang tot hetzelfde gereguleerde beroep in een andere lidstaat.
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de opleidingen die zij aanbieden voor het beroep van verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg voldoen aan deze minimumvereisten en dat alleen professionals die hieraan voldoen toegang krijgen tot het beroep. Dit belet de lidstaten niet om daarnaast andere soorten verpleegkundige opleidingen en beroepen (bijvoorbeeld zorgkundigen of gespecialiseerde verpleegkundigen) aan te bieden die niet aan de EU-minimumvereisten hoeven te voldoen.
Meer informatie over de richtlijn en de erkenning van beroepskwalificaties kunt u vinden in de gebruikersgids.
Met vriendelijke groet,
Martin Le Vrang
Waarnemend afdelingshoofd
Analyse BFHBOV: wat betekent dit?
De brief van de Europese Commissie maakt enkele belangrijke zaken duidelijk:
- De organisatie van opleidingen is een nationale bevoegdheid
De EU bevestigt dat de lidstaten zelf beslissen hoe hun verpleegkundige opleidingen zijn ingericht. Dat betekent dat België zélf beslist heeft om een nieuw profiel van basisverpleegkundige te creëren en de HBO5-structuur te hervormen. Dit was geen Europese verplichting.
- Enkel het profiel “verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg” is Europees gereguleerd
De Europese Richtlijn 2005/36/EG stelt minimale vereisten vast voor dit specifieke profiel: o.a. een opleiding van minstens 3 jaar en 4600 uren, en een set basiscompetenties. Opleidingen die aan deze norm voldoen, komen in aanmerking voor automatische erkenning in andere EU-lidstaten.
De hervorming was nodig om te vermijden dat Vlaanderen op termijn geen opleiding meer zou aanbieden die aan deze EU-normen voldoet. De vroegere HBO5-structuur voldeed daar immers niet volledig aan. Maar: dit belet niet dat er andere manieren mogelijk waren om het HBO5-traject aan te passen zonder het af te schaffen als zelfstandig diploma.
- De basisverpleegkundige is geen Europees gereguleerd profiel
Studenten die afstuderen als basisverpleegkundige zullen niet automatisch erkend worden in andere EU-landen, tenzij zij via een brugopleiding of bijkomende bacheloropleiding alsnog het profiel behalen van “verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg”.
- Er waren dus wél alternatieven
De bewering dat “het moest van Europa” en “er waren geen alternatieven” is niet correct. De Europese Commissie bevestigt dat de lidstaten de vrijheid hebben om meerdere types verpleegkundige opleidingen aan te bieden, zolang duidelijk is welke daarvan onder de Europese richtlijn vallen en welke niet.